Waarom een goed gesprek helpt om gezond te werken

Een goed gesprek gáát ergens over. Dat geldt niet alleen als je met je vrienden of je partner praat. Juist ook met je collega's of manager kun je goede gesprekken hebben. En die zijn behoorlijk belangrijk om gezond te blijven werken.

Twee ambtenaren zittend op twee losse banken, met elkaar in gesprek

'Privé kan het wel eens voorkomen dat je elkaar niet begrijpt, maar dan heb je de keuze om weg te lopen. Op je werk ligt dat anders.' Dat zegt Bianca Hesse, bedrijfsmaatschappelijk werker (BMW'er) bij O&P Rijk | Bedrijfszorg. Ook al kun je geen goede gesprekken voeren met je manager, je moet blijven samenwerken. Als BMW'er hoort Bianca regelmatig over werksituaties waarin collega's elkaar niet goed aanvoelen. Gesprekken raken niet de kern, waardoor onbegrip ontstaat. Dat kan leiden tot een verstoorde werkrelatie, met alle gevolgen van dien, zoals conflicten en spanningsklachten.

Goed gesprek gaat ergens over

Ook al voel je elkaar niet aan, een goed gesprek blijft mogelijk. Daarvoor moet je wel moeite doen, in welke situatie dan ook. Een goed gesprek is niet altijd gemakkelijk. Het kan vermoeiend zijn. Zo moet je actief je vooroordelen uit het gesprek houden, net als machtsverhoudingen en andere zaken die niet van belang zijn. 'Om een goed gesprek te voeren, is een verdiepende vorm van luisteren nodig', aldus Bianca. 'Je moet meeleven met wat iemand bedoelt en je empathisch opstellen.'

Meeleven met de ander betekent niet dat je het eens bent met de ander. Of dat je de situatie zelf hebt meegemaakt en daarom herkent. Bianca: 'Voor je collega kan het heel heftig zijn wanneer zijn hond overlijdt, terwijl jou dat niet raakt. Toch kun je dan een goed gesprek voeren, door mee te leven met het verdriet dat de ander voelt. Je kunt best zeggen: "Ik zie dat dit moeilijk voor je is", en vervolgens vragen stellen over zijn verdriet.'

Het nut van reflecteren

Bianca haalt een voorbeeld aan van een situatie waarin dit niet goed ging. Terwijl een medewerker een gesprek heeft met haar manager, raakt ze in paniek en komt ze niet meer uit haar woorden. 'Ze kreeg van haar manager het gevoel dat ze ergens onterecht van werd beschuldigd, en dat ze waardeloos bezig was. Bovendien zag ze er tegenop dat ze binnenkort weer een gesprek zou hebben met haar manager.' Want, zo legt Bianca uit, elk gesprek zet de toon voor het volgende gesprek.

'De inleiding van het gesprek is het allerbelangrijkst. Dan gaat de rest vanzelf.'

Een poos later had deze medewerker een afspraak met de bedrijfsmaatschappelijk werker, waarin dat gesprek ter sprake kwam. Wat een BMW'er dan doet, is ruimte geven om je verhaal te delen én perspectief bieden. 'Je laat iemand in zo'n situatie eerst haar gal spuwen. Vervolgens reflecteer je op het gedrag en bied je aanknopingspunten. Zou de feedback van de manager goedbedoeld kunnen zijn? Maar kwamen die goede bedoelingen misschien niet over?'

Zo bleek dat de opmerking van de manager refereerde aan iets wat de medewerker herkende van vroeger. Dit raakte haar zo dat ze vastliep. In zo'n situatie helpt de BMW'er dit inzichtelijk te maken en onder woorden te brengen. Zo kan de medewerker dit vervolgens zelf uitleggen tijdens een volgend gesprek met haar manager. 'De inleiding van het gesprek is het allerbelangrijkst. Dan gaat de rest vanzelf.'

Hoe zorg je voor een goed gesprek?

'Als er iets misgaat', zegt Bianca, 'dan ligt de oorzaak altijd aan beide kanten.' Wel kunnen beide gesprekspartners ervoor zorgen dat een gesprek blijft lopen na zo'n misvatting. Daarom deelt Bianca 3 tips voor het voeren van een goed gesprek:

Tip 1: vraag door vanuit je nieuwsgierigheid

Waarom doet iemand wat die doet? En waarom reageert iemand op de manier waarop die reageert? Vraag vanuit je eigen nieuwsgierigheid hoe het zit bij de ander. Dan kan de ander diens 'pakketje' delen met de eigen gedachten en beweegredenen.  Je kunt bijvoorbeeld vragen: 'Wat speelde er allemaal mee toen je dit deed?' en 'Wat betekent deze situatie voor jou persoonlijk?'.

Tip 2: Parkeer je eigen gedachten buiten de deur

Je eigen gedachten en oordelen doen er niet toe als je de ander aan het woord laat. Wat jij vindt, vindt de ander misschien niet. Door gelijk je eigen visie te benoemen, kan je gesprekspartner zich minder vrij voelen om te delen wat die eigenlijk wil delen. Of er ontstaat direct een tegenstelling tussen jou en de ander. Doordat je eerst de kijk van de ander de ruimte geeft en pas daarna je eigen visie bespreekt, zorg je voor een gesprek met ruimte voor allebei.

Tip 3: Benoem wat je bij de ander ziet en hoort

Je mag best delen wat je ziet bij de ander. En vraag daarbij door vanuit je nieuwsgierigheid of stel een actie voor. Als je gesprekspartner in paniek lijkt te raken, kun je bijvoorbeeld zeggen: 'Ik zie dat je hoog zit in je ademhaling. Wil je even pauzeren?' Als de ander op een opgefokte manier praat, kan daarbij stilstaan een goede manier zijn om de angel uit het gesprek te halen: 'Ik hoor aan je stem dat je gestrest bent. Hoe komt dat?'

Deze blog is geschreven in samenwerking met Bianca Hesse. Bianca is bedrijfsmaatschappelijk werker bij O&P Rijk | Bedrijfszorg.

Neem contact op met een bedrijfsmaatschappelijk werker

Je kunt zelf rechtstreeks contact zoeken met de bedrijfsmaatschappelijk werker die werkzaam is voor jouw organisatieonderdeel. Wie dat is? Dat vind je op Rijksportaal van jouw organisatie (alleen toegankelijk voor rijksmedewerkers).

Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met O&P Rijk | Bedrijfszorg. Bel op werkdagen naar 070 - 700 05 30 of stuur een e-mail naar postbusbedrijfszorg@rijksoverheid.nl.