Het belang van duidelijke afspraken en instructies – ook in een overeenkomst van opdracht
Op 28 maart deed de voorzieningenrechter Den Haag in een kort geding uitspraak. In deze zaak was de eiser iemand die gedurende één jaar op basis van een overeenkomst van opdracht werkzaamheden had verricht voor de Staat. Hij daagt twee partijen: het bureau via wie hij voor de Staat werkte én de Staat der Nederlanden.
De eiser wil graag wedertewerkstelling én een schadevergoeding voor 99 door hem gewerkte, maar niet uitbetaalde uren. Verder wil hij een opzegvergoeding.
Korte metten
De voorzieningenrechter maakt korte metten met de eerste twee vorderingen: de overeenkomst van opdracht is rechtsgeldig opgezegd omdat dit mag op grond van de wet én ook is bepaald in de overeenkomst dat de overeenkomst tussentijds mocht worden opgezegd. De extra uren krijgt hij niet betaald, want partijen hadden – ook in de overeenkomst – afgesproken dat gemiddeld 36 uur per week gewerkt zou worden. Dat eiser mogelijk meer uren zou hebben gemaakt dan afgesproken leidt er niet tot dat hij uitbetaling van die uren mag verwachten. De rechter zegt ook nog eens dat de Staat de eiser duidelijke instructies had gegeven over de afspraak van de per week te werken uren.
Wel opzegvergoeding
Met zijn vordering tot betaling van de opzegvergoeding heeft eiser wel het gelijk aan zijn kant volgens de kantonrechter. De Staat had al een vergoeding betaald, maar deed dat uit coulance. Dat betekent dat het bureau via wie de eiser voor de Staat werkte alsnog de opzegvergoeding moet betalen. De Staat krijgt de proceskosten vergoed, het bureau niet.
Deze uitspraak leert ons het belang van het maken van duidelijke afspraken én schetst ook dat het helpt als werkgever om duidelijke instructies te geven aan werknemers of ingehuurde krachten.
Deze uitspraak is (nog) niet gepubliceerd.