Kantonrechter Den Haag over functiewaardering (Fuwasys): heeft de werkgever in redelijkheid tot zijn besluit kunnen komen?

Op 4 april 2022 sprak de Rechtbank Den Haag zich uit over Functiewaardering bij de Staat der Nederlanden. Een medewerker van Rijkswaterstaat – en overigens waren er nog twee collega’s die de Staat dagvaardden in een andere procedure - heeft de Staat gedagvaard omdat hij kort gezegd van mening is dat zijn functie gewaardeerd moet worden op schaal 8 in plaats van schaal 7. In de uitspraak licht de kantonrechter toe dat in art. 27.5 van de CAO Rijk is bepaald dat Fuwasys de grondslag vormt voor waardering van functies en verwijst dan naar de handleiding Fuwasys 2002 (versie 2007). De kantonrechter geeft eerst een heldere uitleg over het beoordelingskader. Interessant aan deze uitspraak is overigens ook dat de werkgever (deels) ingaat tegen een uitspraak van de Geschillencommissie die oordeelt de functie wél op schaal 8 te waarderen.

Beoordelingskader

De kantonrechter licht als volgt toe hoe het beoordelingskader er in dergelijke geschillen uitziet: “Volgens vaste rechtspraak heeft de kantonrechter, wanneer een geschil over een besluit tot functiewaardering wordt voorgelegd, slechts te beoordelen of de werkgever binnen de grenzen van het toepasselijke functiewaarderingssysteem is gebleven en, indien dat het geval is, of de werkgever in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.”
Of de werkgever binnen de grenzen van het systeem is gebleven, is niet in geschil dus beperkt de kantonrechter zich tot de beoordeling of werkgever in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.

Het advies van de Geschillencommissie

De werknemer legt aan zijn vordering onder meer ten grondslag dat de Staat ten onrechte het oordeel van de Geschillencommissie niet heeft overgenomen. De kantonrechter vindt dat de werkgever (zoals bepaald in artikel 16.2 van de Cao) heeft voldaan aan de voorwaarde om schriftelijk gemotiveerd van de uitspraak van de Geschillencommissie af te wijken. In de inhoudelijke overwegingen neemt de kantonrechter wel mee wat de Geschillencommissie heeft overwogen, maar gaat hij uiteindelijk mee in de manier waarop de Staat dit heeft weersproken.

Opleiding in dit geval niet als waarderingskenmerk in Fuwasys

In de uitspraak wordt uitgebreid toegelicht dat de discussie van partijen in de kern gaat om de vraag of opleiding al dan niet als waarderingskenmerk moet worden meegenomen. De kantonrechter pluist de Handleiding Fuwasys goed uit en licht toe waarom hij tot het oordeel komt dat opleiding géén waarderingskenmerk voor de functie vormt en daarmee komt de functie qua puntentotaal nét niet aan een schaal 8. Voor de Fuwasys-liefhebbers onder ons zijn de overwegingen daarover (4.7-4.16) interessant om na te lezen. Dat het uiteindelijk maar één puntje scheelt tussen een uitkomst op schaal 7 in plaats van 8 is voor de kantonrechter geen reden om te oordelen dat de Staat toch tot een schaal 8 had moeten komen, immers ‘de toekenning van een score en de indeling op basis daarvan in een salarisschaal zullen altijd tot grensgevallen leiden waarbij de functie net niet voor de volgende schaal in aanmerking komt’. 

Terugwerkende kracht

De werknemer vraagt overigens ook om een toekenning van Schaal 8 met terugwerkende kracht, maar omdat de cao en de handleiding daarover geen aanknopingspunten bieden, ligt het op de weg van werknemer om te stellen – en bij betwisting te bewijzen – dat hij de hoger gewaardeerde functie al in het verleden op het hogere niveau verrichtte. In dit geval heeft de werknemer dat niet gedaan. 
 

Uitspraak

De vorderingen van de werknemer worden afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.  Lees hier de volledige uitspraak.