Verstoorde arbeidsverhouding met leidinggevende. Mogelijkheden tot herplaatsing?

Op 28 juni 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een ontbindingszaak van een medewerker van de Rechtbank Den Haag, sinds 1 januari 2020 onderdeel van de Staat der Nederlanden. 

Verstoring in de arbeidsverhouding

De werknemer heeft zich ziekgemeld vanwege werkgerelateerde spanningsklachten. Er wordt een hoge werkdruk ervaren en de arbeidsverhoudingen staan onder druk. De bedrijfsarts adviseert dat de spanningen met de werknemer besproken moeten worden en de werknemer geeft zelf aan dat zij de inzet van een mediator wenst. Vervolgens wordt een mediationtraject gestart. Als uitkomst van de mediation hebben de werknemer en de leidinggevende afspraken gemaakt over de onderlinge omgangsvormen. Kort na het afronden van de mediation stuurt de werknemer een brief van de vakbond aan de leidinggevende waarin de werkgever wordt verweten dat de re-integratie van de werknemer niet goed wordt ingevuld. Volgens de werkgever is er sprake van een ernstige en onoplosbare verstoring in de arbeidsverhouding.

Ontbinding

De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst inderdaad ontbonden moet worden vanwege de verstoorde arbeidsverhouding. De werknemer en leidinggevende zijn, ondanks het mediationtraject niet nader tot elkaar gekomen. De werknemer en leidinggevende zijn het beiden eens dat zij niet met elkaar door één deur kunnen. Hiermee is sprake van een verstoorde arbeidsverhouding. De werknemer heeft hierbij nog aangegeven dat zij binnen de rechtbank Den Haag in een ander team geplaatst zou kunnen worden, met een andere leidinggevende. Volgens de kantonrechter is dat standpunt relevant ten aanzien van de vraag of herplaatsing van de werknemer mogelijk is, maar doet niet af aan de verstoorde arbeidsverhouding die er is tussen de werknemer en de leidinggevende die de werkgever vertegenwoordigt. 

Herplaatsing

De kantonrechter overweegt vervolgens dat de werkgever ook aan de herplaatsingsverplichting heeft voldaan, ondanks dat de werkgever in het herplaatsingsonderzoek bewust de mogelijkheden binnen de Rechtbank Den Haag niet heeft meegenomen. Volgens de kantonrechter was dat onterecht omdat de Rechtbank Den Haag een grote organisatie is en het feit dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding hoeft niet in de weg te staan dat de werknemer elders binnen de Rechtbank Den Haag herplaatst kan worden. Maar uiteindelijk gaat het om de vraag of de medewerker herplaatst kan worden. Uit het herplaatsingsonderzoek van  Startpunt Herplaatsing volgende slechts één passende functie waarop de medewerker niet herplaatst kon worden. En ook de medewerker zelf heeft verklaard dat zij heeft geprobeerd om binnen de Rechtbank Den Haag herplaatst te worden, maar dat is ook niet gelukt. Daarom komt de kantonrechter tot de conclusie dat er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn binnen de Staat. De kantonrechter overweegt vervolgens dat de werkgever ook aan de herplaatsingsverplichting heeft voldaan, ondanks dat de werkgever in het herplaatsingsonderzoek bewust de mogelijkheden binnen de Rechtbank Den Haag niet heeft meegenomen. Volgens de kantonrechter was dat onterecht omdat de Rechtbank Den Haag een grote organisatie en het feit dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding hoeft niet in de weg te staan dat de werknemer elders binnen de Rechtbank Den Haag herplaatst kan worden. Maar uiteindelijk gaat het om de vraag of de medewerker herplaatst kan worden. Uit het herplaatsingsonderzoek van Startpunt Herplaatsing volgende slechts één passende functie waarop de medewerker niet herplaatst kon worden. En ook de medewerker zelf heeft verklaard da zij heeft geprobeerd om binnen de Rechtbank Den Haag herplaatst te worden, maar dat is ook niet gelukt. Daarom komt de kantonrechter tot de conclusie dat er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn binnen de Staat. 

Uitspraak

Tot slot overweegt de kantonrechter nog dat de werknemer geen recht heeft op een billijke vergoeding. Hoewel het handelen van de leidinggevende volgens de kantonrechter geen schoonheidsprijs verdient, kan dit niet worden aangemerkt als ernstig verwijtbaar handelen door de Staat. De kantonrechter ontbindt dan ook de arbeidsovereenkomst met toekenning van de transitievergoeding aan de werknemer.
Deze uitspraak is gepubliceerd en  hier te vinden.