De Staat hoefde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet te verlengen

Een medewerker van de Staat was per 1 januari 2022 in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van één jaar om de geschiktheid te beoordelen voor een vast dienstverband. In de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat een vast arbeidsovereenkomst aan de medewerker zou worden aangeboden bij gebleken geschiktheid. 

Geschillencommissie

Ongeveer drie maanden voor het einde van het dienstverband laat de Staat aan de medewerker weten dat van gebleken geschiktheid op dat moment nog geen sprake is en dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden verlengd, tenzij de medewerker in de laatste maanden nog het tegendeel kan bewijzen. Daarvan is volgens de Staat geen sprake en de Staat laat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege aflopen en biedt de medewerker geen vaste arbeidsovereenkomst aan. 

De medewerker is van mening dat de Staat gehouden is om hem een vaste arbeidsovereenkomst aan te bieden en stapt eerst naar de Geschillencommissie Rijk. De Geschillencommissie Rijk volgt de medewerker en vindt dat de Staat de medewerker geen vast dienstverband kan onthouden. Het advies van de Geschillencommissie Rijk is niet bindend. 

Kantonrechter

De Staat volgt het advies van de Geschillencommissie Rijk niet op en biedt de medewerker geen vaste arbeidsovereenkomst aan. De medewerker start vervolgens een procedure bij de kantonrechter. De kantonrechter overweegt dat de Staat als werkgever een beleidsvrijheid heeft om te beoordelen of een medewerker geschikt is voor een bepaalde functie. De rechter kan dit slechts marginaal toetsen. Alleen in gevallen waarin geoordeeld wordt dat de werkgever naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet tot zijn besluit kon komen, mag de rechter ingrijpen.

De kantonrechter oordeelt dat houding en gedrag een belangrijk zijn voor het oordeel of een werknemer geschikt is voor een functie. Op basis van de feiten en omstandigheden kon de Staat dan ook in redelijkheid tot het oordeel komen dat de medewerker niet voldeed aan de eisen van gebleken geschiktheid voor de functie. 

Deze uitspraak is (nog) niet gepubliceerd.