Ontbindingsverzoek vanwege disfunctioneren toegewezen

In de periode tussen 2015 en 2020 is regelmatig met de medewerker besproken dat door haar manier van communiceren conflicten op de werkvloer ontstaan. Ook voelt de medewerker zich snel benadeeld en kan zij niet omgaan met feedback. In 2021 vindt er opnieuw een gesprek plaats met de medewerker waarin deze zaken aan de orde komen. De Staat biedt daarop de medewerker een verbetertraject aan om haar manier van communiceren en dus haar functioneren te verbeteren. Het verbetertraject bestaat uit een uitbreiding van het takenpakket en ook het verbeteren van houding en gedrag van de medewerker. Zo is er een externe coach ingeschakeld. 

Tijdens het eerste voortgangsgesprek laat de medewerker verbetering zien. Vervolgens vinden er meerdere voortgangsgesprekken plaats waarbij zaken worden benoemd die niet goed gegaan zijn. De ingeschakelde coach heeft de begeleiding na twee gesprekken met de medewerker beëindigd. Na een verbetertraject van ongeveer 8 maanden komt de Staat tot de conclusie dat de medewerker onvoldoende verbetering heeft laten zien. De Staat verzoekt vervolgens ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Volgens de kantonrechter kan worden vastgesteld dat het functioneren van de medewerker te wensen overliet. Ook is de kantonrechter van oordeel dat het verbetertraject dat de werkgever met de werknemer heeft doorlopen voldoende was. Volgens de kantonrechter is er dus sprake van disfunctioneren. Ook heeft de Staat aan de herplaatsingsverplichting voldaan omdat de Staat meerdere dringende verzoeken aan de medewerker heeft gedaan om mee te werken met herplaatsing. De medewerker heeft hier geen medewerking aan verleend. 
De kantonrechter ontbindt dan ook de arbeidsovereenkomst en kent aan de medewerker de transitievergoeding toe. 
De uitspraak is (nog) niet gepubliceerd.