Ontbinding arbeidsovereenkomst in hoger beroep teruggedraaid

In een zaak bij het Gerechtshof Amsterdam speelde de vraag of de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een medewerker van de Staat terecht was. De medewerker was werkzaam bij de Rechtbank Amsterdam.

De casus

De medewerker had nagelaten bij zijn werkgever te melden dat hij (mede)verdachte was van een strafbaar feit, namelijk valsheid in geschrifte en/of hypotheekfraude. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de arbeidsovereenkomst ontbonden vanwege verwijtbaar handelen. Volgens de kantonrechter was er geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen en dus moest de werkgever de transitievergoeding betalen aan de werknemer. 
De medewerker was het oneens met deze uitspraak en heeft hoger beroep ingesteld. Volgens de medewerker hoefde hij de verdenking niet te melden omdat dit een onrechtmatige inbreuk zou zijn op zijn privacy.  

Oordeel van het Hof

Het Hof is echter van oordeel dat de medewerker de werkgever op de hoogte had moeten stellen van de verdenking. Dat volgt uit de aard van de functie van de medewerker en omdat het ging om een verdenking van een misdrijf. Volgens het Hof levert dit echter geen voldragen ontslaggrond op vanwege verwijtbaar handelen. Daarvoor is volgens het Hof nodig dat het verwijtbare handelen zodanig is dat de arbeidsovereenkomst niet kan voortduren. Daar is volgens het Hof niet aan voldaan. De werkgever had volgens het Hof kunnen volstaan met een lichtere sanctie, zoals een overplaatsing of een officiële waarschuwing. 

Daarbij komt dat de medewerker vijftien jaar lang goed gefunctioneerd heeft en de politie na het verhoor heeft gezegd dat het uiteindelijk mee viel en de medewerker geen strafrechtelijk verwijt treft. Ook speelt mee dat de medewerker uiteindelijk heeft meegewerkt aan het onderzoek van de werkgever en open kaart heeft gespeeld.

Omdat het Hof oordeelt dat de ontbinding onterecht was, herstelt het Hof de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst wordt hersteld per 1 januari 2024. De door de medewerker ontvangen transitievergoeding, hoeft de medewerker niet terug te betalen. De transitievergoeding ziet het Hof als voorziening voor de periode dat de arbeidsovereenkomst ontbonden is geweest en kwalificeert het daarmee niet langer als transitievergoeding. 

De uitspraak is gepubliceerd en hier te lezen.