Veranderingen in het Arbeidsrecht ingegaan op 1 augustus 2022

Weblogs

Midden in de zomervakantie is er op 1 augustus het een en ander veranderd in het arbeidsrecht. We zetten de vijf meest in het oog springende wijzigingen voor je op een rij. Deze gelden voor alle werkgevers waar werknemers op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn. In het bedrijfsleven zijn de veranderingen soms van meer betekenis omdat bij de Sector Rijk zaken al geregeld zijn in de CAO Rijk.

Foto van arbeidsrecht wetboek

1. Informatieplicht uitgebreid

Ten eerste wordt de zogeheten informatieplicht die een werkgever heeft verder uitgebreid naar aanleiding van een EU-richtlijn. Werkgevers zijn voortaan verplicht om binnen een maand na aanvang van een dienstverband duidelijkheid te geven over zaken als loon, de manier van uitbetaling, de werkplek, het opleidingsbeleid, de pensioenregeling, verlofmogelijkheden, opzegtermijn en de gebruikelijke arbeidsduur per dag of week. 

2. Gratis scholing

Voortaan is een werkgever ook verplicht om de scholing te betalen die voor de werknemer noodzakelijk is om zijn beroep uit te oefenen. Deze noodzakelijke scholing moet ook - voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is - onder werktijd kunnen worden gevolgd. 
De Sector Rijk heeft als werkgever een dergelijke verplichting al, wat betreft studiekostenvergoeding en verlenen studieverlof, op basis van de CAO Rijk.

Een van de zaken die de wet regelt is dat een werkgever de studiekosten van de werknemer niet meer op die werknemer mag verhalen als de opleiding op grond van wet of CAO verplicht is. 

De wijziging houdt in dat de werkgever verplichte opleidingen kosteloos moet aanbieden en de kosten dus niet mag terugvorderen. Daarnaast dient deze verplichte opleiding als werktijd beschouwd te worden en dient de werkgever medewerkers in de gelegenheid te stellen om tijdens werkuren de opleiding te volgen. De wetswijziging ziet alleen op verplichte opleidingen. Dit houdt in dat de werkgever op grond van de wet of een toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst verplicht is om de opleiding aan te bieden die noodzakelijk is voor het uitoefenen van de functie. Ook wanneer scholing nodig is voor de voortzetting van de arbeidsovereenkomst in het geval de functie vervalt of sprake is van een verbetertraject t.a.v het functioneren, moet deze kosteloos door de werkgever worden aangeboden. 

Vaak betreft het verplichte opleidingen op het gebied van veiligheid en vakbekwaamheid. Tot de wettelijk verplichte scholing behoort ook de scholing die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie, waarbij de verplichting inherent is aan het uitoefenen van de functie:

Check of het beroep van de werknemer valt onder de “gereglementeerde beroepen” van de Beroepskwalificatierichtlijn.

Er is een lijst van gereglementeerde beroepen, waarin uiteenlopende beroepen staan, zoals matroos (binnenvaart), vuurwerkdeskundige, duiker, beëdigde tolk, fysiotherapeut of ziekenhuisapotheker.

Staat het beroep op die lijst? Dan is een studiekostenbeding dus niet meer mogelijk als zo’n opleiding in wet of cao verplicht wordt gesteld, dan wel de verplichting dus inherent is aan het kunnen uitoefenen van de functie.

Alle studiekostenbedingen die in strijd zijn met de nieuwe wetgeving zijn nietig. Dit houdt in dat de werkgever deze bepalingen niet meer kan inroepen na 1 augustus 2022 en dat werknemers dus niet gehouden kunnen worden deze studiekosten terug te betalen. Voor niet verplichte opleidingen mag de werkgever de studiekosten nog wel terugvorderen, mits er een geldig studiekostenbeding is overeengekomen. Het is tot slot belangrijk om te weten dat deze wijziging ook van toepassing is op studiekostenbedingen die vóór 1 augustus zijn overeengekomen. Er geldt dus geen overgangsrecht. 

3. Nevenactiviteiten

Het wordt lastiger voor een werkgever om nevenactiviteiten te verbieden. Dus als de werknemer naast zijn baan elders nog andere werkzaamheden heeft of vrijwilligerswerk doet in de buurt of bij een sportclub, kan een werkgever hier niet zomaar een stokje voor steken.

In veel arbeidsovereenkomsten in het bedrijfsleven staat nu dat werknemers hiervoor toestemming nodig hebben van hun werkgever. Dat verandert naar een situatie waarin de werkgever een objectieve reden moet aanvoeren om dat te weigeren, zoals gezondheid of veiligheid, een mogelijk belangenconflict of uit bescherming van vertrouwelijke bedrijfsinformatie. 

Bij de Sector Rijk is overigens een toestemming vooraf nooit aan de orde geweest.

4. Voorspelbaar werkritme

Bij sommige banen (denk aan oproepkrachten) is sprake van een wisselend werkpatroon: er zijn bijvoorbeeld geen vaste werktijden of werkdagen. Een werkgever is nu verplicht om in dat geval duidelijk te maken op welke momenten de werknemer verplicht is om te komen werken, en in welke gevallen zo'n oproep geweigerd mag worden. De oproep moet minimaal vier dagen van tevoren worden gedaan. Wordt een werknemer binnen die vier dagen alsnog afgezegd, dan heeft de werknemer toch recht op loon.
 

5. Ouderschapsverlof

Vanaf 1 augustus verandert er ook iets bij het aanvragen van het ouderschapsverlof. Die moet de werknemer voortaan minimaal twee maanden van tevoren schriftelijk aanvragen. Daarbij moet de werknemer aangeven hoe de verlofuren worden opgenomen. Dat verzoek mag alleen worden geweigerd wanneer de kritieke werkzaamheden binnen een bedrijf in gevaar komen, wat in dat geval uiterlijk vier weken voordat de werknemer met verlof gaat moet worden aangekaart door de werkgever.
 

Meer informatie

Heb je naar aanleiding van bovenstaande wijzigingen nog vragen? Stel ze aan je huisjurist. Hij of zij helpt je graag verder!

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.