Eerder pensioen laten ingaan zonder te stoppen met werken, kan dat?

Weblogbericht | 22-01-2024 | O&P Rijk | Advocaten en Adviseurs Arbeidsrecht

Niet altijd verstandig om te doen

Als een werknemer eerder met pensioen gaat, wordt het pensioenbedrag natuurlijk lager dan wanneer deze medewerker later met pensioen gaat. ABP moet immers het pensioen over een langere periode uitbetalen. Het is daarom niet altijd verstandig om dit te doen, maar in een aantal gevallen kan het toch een welkome en verstandige aanvulling zijn op het salaris. Een drietal voorbeelden laat dat zien.

Drie praktijkvoorbeelden

Gedeeltelijk met pensioen en gedeeltelijk blijven werken

Een werknemer van 63 jaar met een volledige baan, maakt nu gebruik van de PAS-regeling en werkt feitelijk 30,3 uur per week. Het werken valt hem steeds zwaarder en hij wil eigenlijk volledig stoppen met werken. Maar volledig met pensioen gaan is financieel niet haalbaar. 
Door 2 of 3 dagen te blijven werken (in combinatie met de PAS-regeling) én deeltijdpensioen op te nemen, blijkt het toch mogelijk om het aantal werkuren af te bouwen en vitaal de pensioenleeftijd te halen. Het deeltijd ABP-pensioen kan volledig ‘op maat’ worden aangevraagd. De totale netto-uitkomsten in deze situatie en de gevolgen voor het pensioen na AOW-leeftijd hebben al veel medewerkers positief verrast. 

Inkomen daalt naar 70% na 1 jaar ziekte

Een medewerker van 62 jaar is al bijna 52 weken volledig ziek en het salaris daalt binnenkort naar 70%. Het ziet er niet naar uit dat de medewerker nog beter gaat worden. Om de inkomensterugval op te vangen kan de medewerker een deel van het ABP-pensioen eerder laten ingaan. Of dat verstandig is hangt onder meer af van het pensioen dat de medewerker al heeft opgebouwd en of er vanaf pensioendatum nog voldoende overblijft. 
Let op: als de medewerker is ontslagen op grond van arbeidsongeschiktheid is het niet meer mogelijk om pensioen aan te vragen bij ABP voor het deel dat de medewerker arbeidsongeschikt is. Maar is er al een (deeltijd) pensioen toegekend op of vóór ontslagdatum dan wordt dit later niet gekort op de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. 

Ongeneeslijk ziek en een beperkte levensverwachting

Een medewerker van 61 jaar heeft te horen gekregen dat hij ongeneeslijk ziek is. De arts noemt een levensverwachting van 1 tot 2 jaar. Op dat moment kan deze medewerker besluiten om zo snel mogelijk zijn ABP-ouderdomspensioen te laten ingaan en te kiezen voor een zo hoog mogelijk bedrag gedurende 1 of 2 jaar. Daarnaast kan hij ook het partnerpensioen voor zijn achterblijvende partner maximaal verhogen. Op deze manier heeft hij het maximale gedaan om zijn achterblijvende partner zo goed mogelijk financieel achter te laten.
 

Meer informatie

De adviseurs van Kennispunt Financiële Rechtspositie (KFR) kunnen de werkgever én de werknemer alles vertellen over de mogelijkheden. Zij denken niet alleen mee, maar maken ook berekeningen en brengen in kaart.
Op de website van het KFR vind je alle informatie over de dienstverlening van het KFR en een aanvraagformulier voor het maken van een afspraak.