Uitzendkracht, zzp'er of (geen) werknemer?

Weblogs

Op 30 juli 2024 deed de kantonrechter weer een uitspraak waar De Staat partij was. Partijen voeren discussie over de vraag of de medewerker wél of geen vaste arbeidsovereenkomst heeft. De medewerker gaat voor twee ankers liggen: hij beroept zich op de CAO Rijk én op de ketenbepaling.

CAO Rijk

We weten allemaal dat in onze CAO uitgangspunt is dat nieuwe medewerkers een vaste arbeidsovereenkomst krijgen, maar dat de CAO ook een aantal redenen noemt om een tijdelijke arbeidsovereenkomst te sluiten. Eén van de redenen om een tijdelijke arbeidsovereenkomst te sluiten is om de geschiktheid van de medewerker te beoordelen. In de uitleg over de bepalingen om de geschiktheid te beoordelen vind je ook dat als een medewerker die binnen zes maanden voorafgaand aan de tijdelijke arbeidsovereenkomst in dezelfde functie bij hetzelfde dienstonderdeel of dezelfde organisatie als uitzendkracht heeft gewerkt, de uitzendperiode op de maximale duur van 12 maanden in mindering wordt gebracht.

In deze casus zegt de werknemer dat hij nooit een arbeidsovereenkomst om de geschiktheid te beoordelen had mogen krijgen, omdat de werkgever al wíst dat hij geschikt was. Hij had eerder al als uitzendkracht dezelfde of soortgelijke werkzaamheden verricht, zo stelt hij. De Staat verweert zich en zegt dat de werknemer niet dezelfde werkzaamheden deed –  ter onderbouwing daarvan brengt de Staat bijvoorbeeld de vacaturetekst en een verslag van een personeelsgesprek in - en de kantonrechter gaat daarin mee: “er waren wellicht raakvlakken met eerder door de werknemer verrichte werkzaamheden, maar dat deze functie ook belangrijke elementen bevat waar werknemer nog geen kennis van en ervaring mee had.”

Ketenregeling

Het tweede anker waar werknemer voor ligt is die van de ketenregeling: hij zegt dat hij eerder al meerdere arbeidsovereenkomsten met de Staat had. Het komt erop neer dat werknemer vindt dat (drie) eerdere overeenkomsten van opdracht ook mee moeten tellen voor de ketenregeling. De kantonrechter doet een mini-weging van die overeenkomsten van opdracht (opgenomen in het kader 'Arbeidsovereenkomst of zzp'er?') en concludeert dat dit niet ‘eigenlijk’ arbeidsovereenkomsten waren, en deze tellen dus ook niet mee voor de keten.

Arbeidsovereenkomst of zzp'er?

“Wanneer wordt gekeken naar de gedragingen en verklaringen van partijen in de periode van 6 september 2021 tot en met 31 december 2022 dan is voor de beoordeling het volgende van belang.

  • [verzoeker] heeft op de zitting verklaard dat zij al jaren (vanaf 2007) een eigen bedrijf heeft en op enig moment uitzendwerk is gaan doen om zo bij de Staat binnen te komen. Omdat dat goed beviel heeft ze zich daarna via haar eenmanszaak bij [bedrijf] ingeschreven voor opdrachten bij de Staat.
  • [bedrijf] is een broker. Tussen de eenmanszaak van [verzoeker] en [bedrijf] zijn drie overeenkomsten van opdracht gesloten, waarbij [verzoeker] als zelfstandige werkzaamheden verrichtte bij de Staat. [verzoeker] verrichtte haar werk bij de Staat dus op basis van haar contract met [bedrijf] . Die manier van werken kan dus als een voortzetting van haar werk als zelfstandige worden beschouwd.
  • Uit niets blijkt dat er tussen [verzoeker] en de Staat voorafgaand aan de overeenkomsten contact is geweest of is onderhandeld over de inhoud van de overeenkomsten en/of de uitvoering van de werkzaamheden.
  • [verzoeker] was bij de indeling en de uitvoering van de werkzaamheden geheel zelfstandig.
  • [verzoeker] factureerde maandelijks vanuit haar eenmanszaak bij [bedrijf] de uren die zij werkte bij de Staat. Haar uurtarief bedroeg aanvankelijk € 80 en later € 84, te vermeerderen met btw.
  • [verzoeker] was vrij om gedurende de overeenkomsten van opdracht en na afloop daarvan voor andere opdrachtgevers te werken.”

Opvallend in deze uitspraak

De werknemer voert in de procedure ook nog op twee documenten die zijn gepubliceerd op het interne samenwerkingsplatform ConnectPeople waarin staat dat periodes waarin een medewerker als zzp-er voor de Staat werkzaam is geweest, meetellen voor de ketenbepaling, indien de zzp-er dezelfde of soortgelijke werkzaamheden verrichtte als in de daaropvolgende arbeidsovereenkomst. De kantonrechter gaat mee met de stelling van werkgever dat op ConnectPeople geen beleid van de Staat kenbaar wordt gemaakt, dus dat er aan die documenten verder geen waarde wordt gehecht.

De arbeidsovereenkomst blijft beëindigd en de werknemer moet de proceskosten betalen.

Vindplaats: ECLI:NL:RBMNE:2024:5103

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.