Een ontmoeting tussen uitvoering, wetenschap en rechtspraak
Weblogs
We spreken met Barend Barentsen, hoogleraar arbeidsrecht aan de Rijksuniversiteit Leiden. Iedere maand is Barend bij UBR|AAA te gast. Hij praat ons dan bij over nieuwe ontwikkelingen in het arbeidsrecht en reageert op wat onze adviseurs inbrengen. Zelf zegt hij gekscherend: “Als een soort niet-chagrijnige Maarten van Rossem aan tafel”.
Kunnen we deze maandelijkse gesprekken een ontmoeting tussen wetenschap en uitvoering noemen?
“Het is in mijn optiek inderdaad een ontmoeting tussen wetenschap en uitvoering. Ik hoor van de adviseurs wat er in de praktijk speelt. Want mijn waarneming bestaat vooral uit gepubliceerde rechtspraak en literatuur. Als adviseur en advocaat maak je natuurlijk wel meer mee. Problemen waarvan ik niet kon bevroeden dat ze bestonden. Ik breng op mijn beurt wat achtergrond en perspectief ten opzichte van de casus aan.
Het is ook een ontmoeten tussen rechtspraak en wetenschap. Ik ben immers ook rechter. Niet dat we zaken gaan overdoen. Maar soms kan ik wel uitleggen hoe zo’n rechterlijke beslissing tot stand komt of wat belangrijk blijkt te zijn. En hoe het werkt achter de balie. Het is trouwens niet zo dat ik altijd van mijn kant een bak kennis leeggooi. Het kan ook zijn dat het tot onderlinge uitwisseling van kennis leidt”.
We zijn benieuwd hoe Barend naar de afgelopen twee jaar kijkt. Wat heeft de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren ons gebracht. Heeft het ons wel iets gebracht?
“Mijn waarneming is dat er uiteindelijk niet dramatisch veel veranderd is. Het was het ARAR en het is nu de CAO Rijk. Inhoudelijk staat daar, zij het in iets andere woorden, nog veel van hetzelfde in. Er is hier en daar misschien een functieschaal veranderd, of een vakantiedag bijgekomen en zit de elektrische fiets nu wel of niet in het IKB. Zaken die op het persoonlijke vlak best veel uit kunnen maken maar inhoudelijk zijn veel dingen niet enorm veranderd. De meningsverschillen die je kunt hebben op de werkvloer of de problemen die je hebt met bepaalde regels of systemen, die zijn zeker niet veranderd. Wat er wel veranderd is, is aantal procedures die we bij de rechter zien. Dat zijn er echt heel veel minder”.
“Hoe dat komt? Er zijn volgens mij nog wel veel of evenveel meningsverschillen dan voor de Wnra maar die krijgen minder snel de saus ‘procedure’ zoals dat onder het bestuursrecht was. De bezwaarclausule met de zes-weken termijn maakte het voorheen net iets sneller formeel. De boze gesprekken en e-mails zullen wel gebleven zijn. Dus of de individuele teamleider of manager merkt dat er minder gerechtelijke procedures zijn, dat vraag ik me af”. Barend geeft een mooi voorbeeld aan de hand van roze koeken. “Vroeger kon je een bestuurlijke procedure krijgen over een niet-kloppende declaratie van roze koeken. Maar dat was eigenlijk een symptoom. Waar het eigenlijk om ging, was dat een medewerker en leidinggevende niet meer met elkaar door een deur konden. Omdat het onderliggende leed bijvoorbeeld een misgelopen promotie was”.
Barend erkent dat het RABA tegenwoordig een positieve toevoeging is, aangezien zij ook aan mediation doen. Ze kunnen sneller bij het dieperliggende probleem van het conflict komen en dat oplossen. En het is belangrijk dat medewerkers een vrije keuze hebben om het RABA in te schakelen.
Hoe kijkt Barend tegen onze CAO Rijk aan?
Barend antwoordt: “Ik kijk daar met een juridische blik naar. Het Rijk heeft ervoor gekozen om de cao niet te juridisch te maken. De tekst is niet ingedeeld in artikelen en de tekst is ietsje toegankelijker gemaakt. Maar het is wel een juridisch bindende tekst. Die moet voor juristen begrijpelijk vormgegeven zijn. Met voor de medewerkers een uitleg op de tekst. Dat had mijn voorkeur gehad. In plaats van de twee te vermengen. Dat spreekt mij minder aan. Maar waarschijnlijk is dat beroepsdeformatie”, glimlacht hij. “Het is nu eenmaal een rechtsregel dat cao’s grammaticaal te interpreteren moeten zijn. Dus moet je oppassen met los taalgebruik. Nu is er gelukkig nog geen bloed gevloeid door te populair taalgebruik maar ‘t is een beetje gevaarlijk. Ik geef altijd het voorbeeld van een los draadje. Als je daaraan trekt, komt de hele boel los. Maar gelukkig heeft nog niemand aan zo’n draadje getrokken”.
“Maar inhoudelijk over de CAO: de eerste leek natuurlijk nog heel erg op het ARAR. Je ziet nu dat er voorzichtig wat dingen toegevoegd worden. Bijvoorbeeld over thuiswerken. Er is dus ruimte voor vernieuwing".
“Wat het ons in ieder geval gebracht heeft, is dat het aantal procedures flink gedaald is. En voor een deel zijn we de roze koeken procedures over ‘niks’ kwijt. Dat is winst. Een andere vooruitgang is dat het juridisch tot stand komen van de cao makkelijker is geworden. Je hebt aan beide kanten onderhandelaars, die moeten het met elkaar eens worden en vervolgens afzegenen met hun achterbannen en dan heb je een cao. Je hoeft er geen wetswijzigingen meer voor door te voeren. In die zin is het makkelijker geworden. Dat is ook winst. Dus laat ik het zo zeggen: zijn we er nou heel veel gelukkiger van geworden, hebben we een beter inhoudelijk opererende overheid van gekregen? Nee. We hebben er geen grote doelen mee gehaald. Al vind ik de daling van de procedurelast wel een belangrijke”.
Vindt Barend dat het Rijk nu meer lijkt op het bedrijfsleven?
Zijn antwoord is: “Ja, je kunt het rijk nu wel vergelijken met andere grote private partijen als banken en verzekeraars.
Waar het Rijk nog wel aan moet wennen is de tweezijdigheid van de arbeidsrelatie. Er wordt nog wel vaak in eenzijdige stappen gedacht. Dat maakt het wellicht voor leidinggevenden nog moeilijk. Voorheen kon je, mits je de betrokken belangen netjes had afgewogen, eenzijdig een besluit nemen”. Barend geeft een voorbeeld uit de oude rechtspositie. "Vroeger kon Buitenlandse Zaken een ambtenaar zomaar overplaatsen. Dat kan nu echt niet zomaar meer. Alhoewel je ook nu met een redelijkheidstoets kan aanwijzen wat van een werknemer gevergd kan worden. In zoverre is het verschil ook maar betrekkelijk".
Heeft Barend nog aanbevelingen voor ons?
“Toch die tweezijdige benadering” antwoordt Barend. “Zeker als het om een wijziging van arbeidsvoorwaarden gaat: salaris, functie en een paar andere voorwaarden. Daar kan je niet meer verordinerend aan sleutelen. Een andere is, en dat was onder het ambtenarenrecht ook al zo: blijf door het papier heen kijken: Wezen gaat voor schijn. Tweezijdig betekent overigens niet dat je het over alles eens hoeft te worden. Want de baas is nou eenmaal de baas. Maar er zijn wel grenzen. Jullie moeten het ondervinden en wennen aan een nieuwe benadering. Dat heeft nog wel wat tijd nodig. Leren van de voorbeelden waarin het niet goed gegaan is. 'Education permanente' zou ik bijna zeggen”.
Als laatste zijn we benieuwd hoe Barend tegen onze organisatie aankijkt?
“Ik werk heel fijn met jullie samen, in een vak dat mij lief is, waarover ik met jullie op niveau kan praten. Jullie kennisniveau is goed. Om die reden heb ik vertrouwen dat het adviseren ook goed gaat. Het vak leer je tenslotte door het te doen. Zo is de een betrokken bij cao-onderhandelingen, de ander doet procedures en een volgende heeft intern reglementen herschreven. Allemaal verschillende smaken binnen jullie club".
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.