Verantwoordelijkheidsgevoel?
Weblogs
In geval van strafoplegging op grond van hoofdstuk 15 van de CAO Rijk kan een ambtenaar die het hiermee niet eens is zich wenden tot de Rijksbrede geschillencommissie.
Deze commissie besteedt in een recente uitspraak een aantal overwegingen aan de mate waarin de werkgever binnen de organisatie aandacht heeft gegeven aan hetgeen hij op het gebied van integriteit van zijn medewerkers verwacht.
In deze casus werd een medewerker met een toezichthoudende rol er door de werkgever van beticht dat deze zijn of haar hoedanigheid had gebruikt om iets voor zichzelf in privé voor elkaar te krijgen. Het ging om het versturen van e-mails vanaf het zakelijke e-mailadres met daaronder de zakelijke handtekening waaruit de toezichthoudende functie bleek. Door het gebruik van de zakelijke e-mail ontving de medewerker in privé aanmerkelijk meer medewerking van de geadresseerde van de e-mails dan in het geval dat een privé e-mailadres zou zijn gebruikt. De werkgever merkte dit aan als een integriteitsschending en legde de medewerker een straf op. De straf werd door de commissie op zich passend geacht, maar de commissie gaf de werkgever nog wel huiswerk mee. Volgens de commissie had de werkgever de mate van de vereiste integriteit onvoldoende onderbouwd.
Geen aanvullend beleid
Naar het oordeel van de commissie was vooralsnog gebleken dat er zeer weinig aandacht was besteed aan de kenbaarheid met betrekking tot het gewenste gedrag. De werkgever had met name verwezen naar de inhoud van de Gedragscode Integriteit Rijk (GIR) en naar de Gedragsregeling voor de digitale werkomgeving (Gedragsregeling). De commissie wijst erop dat de desbetreffende passages in deze regelingen algemeen zijn geformuleerd, dat privégebruik van zakelijke ICT-voorzieningen volgens deze regelingen tot een bepaalde mate is toegestaan en dat tijdens de hoorzitting de werkgever had aangegeven geen aanvullend beleid te hebben op dit gebied.
Oordeel commissie
De commissie overweegt onder meer:
“Dat een inspecteur zou ‘moeten weten’ wat er wordt verwacht omdat zoals (de werkgever) heeft aangegeven dit soort oordeelsvorming nodig is voor het uitoefenen van de functie, is naar het oordeel van de commissie onvoldoende.
Concluderend, adviseert de commissie dat (de werkgever) in het kader van de proportionaliteit en uitvoering van de straf duidelijker moet kunnen onderbouwen op welke manier en hoe de kenbaarheid van de integriteit onder de aandacht is gebracht van (de medewerker). Het enkel verwijzen naar de geldende wet- en regelgeving en het beroepen op het eigen verantwoordelijkheidsgevoel en oordeelsvermogen is volgens de commissie niet voldoende.”
Strengere integriteitsnormen voor rijksambtenaren
In de jurisprudentie wordt inmiddels ook al enige tijd door de civiele rechter aanvaard dat aan een rijksambtenaar (nog) strengere integriteitsnormen worden gesteld dan aan medewerkers in de privé-sector. Het is daarom de vraag hoe deze casus had uitgepakt bij de civiele rechter.
Een uitspraak van de commissie is niet bindend, maar is wel van zodanig gewicht dat een werkgever die afwijkt van een uitspraak van de commissie dit goed moet kunnen motiveren. Bijvoorbeeld bij de kantonrechter, indien daar vervolgens wordt geprocedeerd.
Aandacht voor integriteit
Hoe dan ook, het verdient aanbeveling om als werkgever binnen je organisatie doorlopend aandacht te besteden aan het onderwerp integriteit. Dat kan door geregeld aandacht te vragen voor de GIR en andere integriteitsregelingen, integriteitsthema’s te bespreken tijdens het team- of afdelingsoverleg, integriteit een vast onderdeel te laten zijn van de P-gesprekken en bijvoorbeeld jaarlijks een of meer integriteitsactiviteiten te organiseren (denk aan een integriteitsquiz). En als het aan de commissie ligt, maak als organisatie, indien nodig, een op de GIR aanvullende regeling waarin bepaalde thema’s worden uitgewerkt die binnen jouw organisatie extra van belang zijn. Dit kan ook (extra) helpen in eventuele procedures bij de rechter. Valkuil: een regeling maken die pretendeert volledig te zijn. Want, in weerwil van deze uitspraak van de commissie, van rijksambtenaren mag wel degelijk een zekere mate van eigen beoordelingsvermogen worden verwacht. Dit is nu juist een aspect dat op diverse plekken in de GIR terugkomt.
Kennispunt integriteit
Wil jij met je medewerkers meer aandacht besteden aan het onderwerp integriteit? Het Kennispunt integriteit heeft hiervoor diverse mogelijkheden. Zoals de integriteitsquiz. Op een laagdrempelige manier worden door middel van deze quiz verschillende thema's op het gebied van integriteit besproken.
Interesse in de quiz? Mail dan met kennispuntintegriteit@rijksoverheid.nl.
Wil je met een team de workshop volgen, neem dan contact op met je huisjurist.
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.