Rechters op de bres voor gelijke beloning

 Door het inschalingsbeleid van rio’s is een loonkloof ontstaan tussen mannen en vrouwen. Wie als rechter gaat werken, werd ingeschaald op basis van het laatstverdiende loon. En daar wringt de schoen. Een vertegenwoordiger van de rechters legt dit uit: "Overal in de maatschappij zie je dat vrouwen meer in sociale beroepen werken, ook als jurist. Bij bijvoorbeeld een maatschappelijke instelling verdien je minder dan iemand met een commercieel Zuidas-salaris. Die ongelijkheid werkt nu door als je de overstap maakt naar de rechterlijke macht." 

Omdat de rechters maar geen gehoor kregen, kondigden twee vrouwelijke rechters in juli van dit jaar aan de Nederlandse staat aansprakelijk te stellen voor het ongelijk belonen van vrouwelijke en mannelijke rechters.

Inmiddels is er overeenstemming bereikt over een nieuw inschalingsbeleid voor rechters in opleiding. De huidige inschalingsmethodiek, waarbij rio’s worden ingeschaald op basis van het laatst verdiende salaris, wordt losgelaten. In plaats daarvan wordt voortaan gekeken naar de werkervaring. 
Het nieuwe beleid geldt met terugwerkende kracht voor rechters in opleiding die vanaf 1 juli 2023 zijn ingestroomd. Ook heeft het nieuwe beleid geen nadelige gevolgen voor al zittende collega’s, zij zullen niet lager worden ingeschaald als gevolg van de nieuwe afspraken. 

Als werkgever heb je de verantwoordelijkheid om werknemers op een inzichtelijke manier gelijk te belonen voor gelijkwaardig werk. Gebruik van niet-neutrale of willekeurige maatstaven bij het vaststellen van het salaris van werknemers is niet toegestaan. De Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen eist in dit kader dat arbeid wordt gewaardeerd volgens een deugdelijk stelsel van functiewaardering. Uitgaan van het laatst verdiende salaris is in dit verband niet-inzichtelijk, omdat informatie ontbreekt over de achtergrond van de hoogte van het salaris waarvan uit wordt gegaan. Dat de ene medewerker beter onderhandelt dan de ander over zijn salaris, ontslaat de werkgever niet van zijn eigen verantwoordelijkheid om in de onderhandelingen zelf op gelijke behandeling en gelijke beloning te letten.