Integriteitsonderzoek? Dan heb je de BIPO nodig!

In de BIPO (Baseline Intern Persoonsgericht Onderzoek) is gedetailleerd vastgelegd aan welke spelregels een integriteitsonderzoek naar een persoon binnen het Rijk is gebonden en uit welke stappen dergelijk onderzoek bestaat. In dit op de persoon gerichte onderzoek worden alle relevante feiten en omstandigheden verzameld die het bevoegd gezag nodig heeft om te kunnen beoordelen of het handelen of nalaten van deze persoon in overeenstemming is geweest met wat een goed ambtenaar betaamt (artikel 6, eerste lid van de Ambtenarenwet 2017). 
De baseline is ontwikkeld vanuit de bijzondere zorgplicht van de werkgever, omdat een dergelijk onderzoek ingrijpend kan zijn voor iedereen die er mee te maken krijgt.

Doel van de BIPO

De baseline is van toepassing op de gehele Rijksoverheid (met uitzondering van Defensie en Politie) en alle personen die daarbinnen werkzaam zijn en geldt ook voor onderzoeken waarbij op voorhand niet direct personen als betrokkene kunnen worden geduid of aangewezen.
Op organisatieniveau is nadere specificatie en invulling mogelijk al naar gelang de context van de organisatie. Departementen mogen daarbij echter niet naar beneden afwijken van de in de baseline gestelde normen.

Het doel van de baseline is:

1. het bevoegd gezag handvatten bieden hoe te handelen bij vermoedens van een schending of incident; 
2. helderheid verschaffen aan iedereen die is betrokken bij een onderzoek over wat hun te wachten staat; 
3. voor alle persoonsgerichte onderzoeken eenzelfde set aan minimumeisen stellen.

In de baseline wordt aandacht besteed aan het vooronderzoek, aan de uitgangspunten van het feitenonderzoek, het feitenonderzoek zelf, de verslaglegging, de rapportage en ten slotte de communicatie. Ook is er onder meer aandacht voor het opleggen van een ordemaatregel (schorsing).