Staat van de Staat: Opvolgend werkgeverschap, kan dat wat makkelijker?

Weblogbericht | 21-02-2025 | O&P Rijk | Advocaten en Adviseurs Arbeidsrecht

In de praktijk moet je dan kijken of de medewerker, in ons geval, voor de Staat nagenoeg dezelfde werkzaamheden gaat verrichten als die hij voor de vorige werkgever deed. Dat kan bijvoorbeeld zo zijn bij het in dienst nemen van uitzendkrachten in ongeveer dezelfde functie.

Als het gaat om precies dezelfde functie, eerst via het uitzendbureau en vervolgens bij de Staat, dan is dat vrij duidelijk. In onze CAO Rijk is trouwens geregeld dat de arbeidsovereenkomsten van de uitzendkracht bij het uitzendbureau in dat geval meetellen als één overeenkomst.

Je kunt je voorstellen dat het niet altijd zo duidelijk is, want wanneer heb je het nou echt over nagenoeg dezelfde werkzaamheden? De uitspraak van het Hof biedt werkgevers een mooi praktisch inzicht. In dit geval oordeelde het Hof namelijk dat er géén sprake was van nagenoeg dezelfde werkzaamheden, omdat de functies waarin de werknemer werkte in verschillende salarisschalen waren ingedeeld. Dit verschil was doorslaggevend voor het oordeel. Overigens was de functie als uitzendkracht ook een andere functie in het Functiegebouw Rijk, dat neemt het Hof ook nog mee in de overwegingen.

Praktische uitwerking voor de werkgever

Bij de overstap van uitzendkracht naar werknemer telt de uitzendperiode over het algemeen niet mee voor de ketenregeling als de functie in een andere salarisschaal valt. Check ook de indeling van beide functies in het FGR, want als de functie is ingedeeld is in een andere functiegroep in het Functiegebouw Rijk zal de werkgever niet zo snel kwalificeren als opvolgend.

Lees hier de volledige uitspraak: ECLI:NL:GHDHA:2024:1884