is 40 toch het nieuwe 36 bij te late beslissing?
Weblogs
Al eerder schreven we een weblog over het onderwerp: Is 40 het nieuwe 36 of kunnen we terughoudend zijn met het uitbreiden van de arbeidsduur? Heel recent is er weer een uitspraak over dit onderwerp gedaan.
De casus
Een werknemer van Rijkswaterstaat verzoekt om uitbreiding van zijn arbeidsduur voor meer dan 36 uur. Hij vraagt dat op 2 november 2022 met een beoogde ingangsdatum van 1 februari 2023. Werkgever wijst zijn verzoek af op 4 januari 2023. Werknemer vindt dat werkgever te laat heeft besloten. In zijn hand heeft hij de Wet flexibel werken (Wfw) waarin staat dat áls een werkgever één maand voor het beoogde tijdstip van ingang van de aanpassingen nog niet heeft beslist, dat dan de arbeidsduur ‘automatisch’ wordt aangepast volgens het verzoek van de werknemer. Een simpele rekensom: 4 januari 2023 is korter dan een maand vóór 1 februari 2024. Werkgever is het niet met werknemer eens en zegt dat de Wfw helemaal niet van toepassing is op het verzoek.
Het oordeel
De kantonrechter volgt de werkgever, en redeneert als volgt:
- Vroeger (vóór inwerkingtreding van de Wnra en toen we nog het ARAR hadden) was de Wet flexibel werken wél van toepassing.
- De bepalingen uit het ARAR zijn omgezet in de CAO Rijk, tenzij er inhoudelijk een wijziging bedoeld was.
- Al eerder oordeelde de Haagse kantonrechter dat de Wfw niet van toepassing is op uitbreiding van de arbeidsduur boven de 36 uur.
- Zelfs na die uitspraak hebben cao-partijen de cao-tekst niet gewijzigd.
- Daaruit kan je afleiden dat cao-partijen tevreden waren met de uitwerking van het (mogelijk onbedoeld gecreëerde) regime en dit is zelfs nog explicieter in volgende cao’s opgenomen.
- Ambtenaren kunnen zich niet beroepen op het oude recht, want zo staat dat niet in de CAO, ook niet als is afgeweken van het uitgangspunt dat regelingen ongewijzigd werden omgezet van ARAR naar CAO.
- De termijn van één maand is niet van toepassing. Wél moet werkgever binnen een redelijke termijn reageren, de kantonrechter vindt de reactietermijn in dit geval redelijk.
De conclusie: het verzoek van de werknemer wordt afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten. De volledige uitspraak is inmiddels gepubliceerd.
Lessen voor de praktijk
Wat leren we hieruit:
- De Wfw is niét van toepassing op verzoeken van vermeerdering van de arbeidsduur voor meer dan 36 uur.
- Daarmee is het ook niet zo dat werkgever uiterlijk één maand voor de datum van beoogde ingang móet reageren.
- Wanneer dan wel? Dat is een kwestie van goed werkgeverschap: je moet binnen een redelijke termijn beslissen op zo’n verzoek van werknemer.
- Bij de uitleg van cao-bepalingen moet je kijken naar de tekst van de cao, niet naar de oude regelingen als die anders waren.
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.